Er heerst op dit moment een ernstig tekort op de Amsterdamse woningmarkt. Er is met name een groot gebrek aan geschikte woningen voor de middenklasse. Op 21 februari werden de plannen van vijf woningcorporaties en investeerders voor de bouw van tienduizend huurwoningen aan wethouder Laurens Ivens van Wonen gepresenteerd, om zo de doorstroom te bevorderen. Verschillende experts hebben echter weinig vertrouwen in het Amsterdamse woningbeleid, zo lieten zij blijken in een artikel in De Groene Amsterdammer.
Jan Rath: “Amsterdam is pretpark voor hoogopgeleiden”
Jan Rath, hoogleraar stadssociologie aan de UvA, ziet dat de diversiteit in de stad afneemt. Er wordt met name aandacht besteed aan de behoeften van een specifieke groep, namelijk hoogopgeleide ZZP’ers “die met hun laptopje in een koffietent zitten”. De sociale huur concentreert zich steeds meer in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Voor inwoners met een middeninkomen zijn bijna geen geschikte woningen meer te vinden, zeker niet voor gezinnen. Omdat de middenklasse afneemt, neemt de polarisatie in de stad toe, met grotere verschillen tussen rijke en arme buurten. Nu woont de middenklasse voor een groot deel scheef in sociale huurwoningen, omdat er geen betaalbare of geschikte alternatieven zijn. Volgens Gerard Andriessen, directeur van woningbouwcorporatie Stadgenoot, wordt een kwart van hun sociale huurwoningen bewoond door scheefhuurders.
Ontbrekende voorwaarden nieuwbouw
Bij plannen voor nieuwbouw zou de gemeente specifieke eisen moeten stellen. In de meeste gevallen ontbreken echter voorwaarden aan de prijscategorie of het type. Volgens Peter van Gool, hoogleraar vastgoedeconomie aan de UvA, kiest de gemeente uiteindelijk altijd voor wat het meeste oplevert. Ook architect André van Stigt stelt dat de gemeente een obsessie heeft voor winstmaximalisatie. Door de markt vrij spel te geven verdwijnt het evenwicht, aldus van Stigt. Ook bij de onlangs aangekondigde bouw van 60.000 nieuwe woningen voor 2020 ontbreken specifieke eisen en voorwaarden.