Iedere gemeente heeft een parkeernorm: een minimaal vereist aantal parkeerplaatsen per nieuwe woning. Uit het onderzoek ‘Parkeren en Verstedelijking’ van de provincie Zuid-Holland blijkt dat deze parkeernorm in veel gevallen nieuwbouw verhindert en vertraagt. Het is in de praktijk vaak te ingewikkeld voor ontwikkelaars om het aantal vereiste parkeerplaatsen te realiseren, zowel fysiek als financieel. Daardoor blijven er nu veel stukken grond braakliggen en staan transformeerbare gebouwen leeg.
Leegstaande parkeergarages
De gehanteerde parkeernormen verschillen per gemeente, type woning en locatie. Meestal varieert de norm van 0,3 parkeerplaatsen per studentenwoning tot 1,8 voor een dure seniorenwoning. Daarnaast geldt er in de meeste gevallen ook een bezoekersnorm van 0,3 parkeerplaatsen per woning. Uit het onderzoek is gebleken dat veel projecten in binnenstedelijke gebieden alleen met (te) lage dichtheden of met overheidsfinanciering kunnen worden gerealiseerd, omdat de parkeernorm een te grote hindernis vormt. Gemeenten, corporaties, ontwikkelaars en beleggers uit Zuid-Holland leverden voor het onderzoek meer dan 30 voorbeelden aan van woningbouwprojecten die niet van de grond kwamen, ernstig vertraagden of waarbij een groot aantal opgeleverde parkeerplaatsen leeg bleven.
Bom-Lemstra: “meer maatwerk en keuzevrijheid”
Het rapport gebaseerd op het onderzoek van de provincie Zuid-Holland werd door gedeputeerde Ruimtelijke Ordening Adri Bom-Lemstra aangeboden aan gemeenten en andere betrokken partijen in Zuid-Holland. Ze hoopt dat gemeenten, corporaties en ontwikkelaars de handen ineen slaan om anders naar de parkeernormen te gaan kijken. Zo zou het toepassen van meer maatwerk en meer keuzevrijheid kunnen helpen om financiële risico’s en andere belemmeringen bij toekomstige binnenstedelijke ontwikkelingen te voorkomen. Uit eerder onderzoek van onderzoeksbureau REBEL in opdracht van het Rijk waren al soortgelijke bevindingen naar voren gekomen.