Een extern bureau gaat in opdracht van de gemeente Nijkerk onderzoek doen naar gemeentelijk Joods Vastgoed tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog. Recent deden Apeldoorn en Zutphen al onderzoek naar de ontrechting na de Tweede Wereldoorlog. Joodse overlevenden en nabestaanden kregen hun eigendommen vaak niet zomaar terug. Daarnaast kwam het regelmatig voor dat Joodse eigenaren van panden naheffingen van belastingen moesten betalen over de periode dat zij ondergedoken zaten, of zelfs gedeporteerd waren.
De aandacht voor de rol van gemeentes in het ontrechten van Joods vastgoed ontstond in 2013, toen na een vondst in het Amsterdams archief bleek dat er onterecht boetes werden opgelegd aan Joodse overlevenden en nabestaanden van Joodse overledenen. Amsterdam startte een onderzoek, waarna al snel andere grote steden volgden. Inmiddels hebben al tientallen gemeente onderzoek gedaan.
Ton Heerts: ‘’ Het is goed dat we er nu aandacht voor hebben, ook uit respect voor de slachtoffers en de Joodse gemeenschap.”
Van Nijkerk is bekend dat er aan het begin van de oorlog ongeveer 20 adressen bestonden waar Joodse mensen stonden ingeschreven. In Apeldoorn waren deze getallen vele malen hoger, mede door de aanwezigheid van de Joodse psychiatrische instelling in het Apeldoornsche Bosch. Bijna 1300 bewoners en personeelsleden werden in 1943 gedeporteerd naar concentratiekamp Auschwitz. Apeldoornse burgemeester Ton Heerts: ‘Dit is een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Apeldoorn. Het is goed dat we er nu aandacht voor hebben, ook uit respect voor de slachtoffers en de Joodse gemeenschap.’
De gemeente Nijkerk hoopt eind 2022 het onderzoek te hebben afgerond.
