Vorige maand maakte het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening al bekend dat het de invoering van de nieuwe Omgevingswet voor de vijfde keer uitstelde, mede vanwege aanhoudende ICT-problemen. Nu heeft het aan de Eerste en Tweede Kamer voorgesteld de Omgevingswet per 1 januari in werking te laten treden. Dat moet alle betrokken partijen de duidelijkheid en zekerheid bieden om bekend te raken met de nieuwe werkwijzen en procedures.
De Jonge: “Voldoende tijd en ruimte om te oefenen met nieuwe digitale systeem”
“We staan voor grote ruimtelijke opgaven, zoals het bouwen van nieuwe woningen, het verbeteren van de energievoorzieningen, het beheren van de natuur en economische bedrijvigheid”, benadrukt minister Hugo de Jonge eens te meer. Hij nam de portefeuille in het nieuwe kabinet over van zijn voorganger Kajsa Ollongren. “Om de schaarse ruimte goed in te richten, is er meer regie en meer samenhang nodig en de Omgevingswet biedt die mogelijkheid, maar moet wel zorgvuldig worden ingevoerd om te voorkomen dat de dienstverlening aan inwoners en bedrijven niet in het geding komt en gebiedsontwikkeling ongehinderd doorgang kan vinden”, legt minister De Jonge uit. “Daarom moet er in de praktijk voldoende ruimte en tijd zijn om te oefenen met het nieuwe digitale systeem.”
Vijfmaal uitstel
Minister De Jonge kiest er dan ook voor om de Omgevingswet pas per ingang van het nieuwe jaar in te voeren, waar hij vorige maand ook 1 oktober 2022 nog als mogelijkheid zag. “Door de datum van 1 januari 2023 te hanteren kan de wet verantwoord worden ingevoerd en is er duidelijkheid voor alle betrokken partijen”, aldus de minister. Dat moet deze partijen in staat stellen te oefenen met de nieuwe systemen en procedures. De invoering van de Omgevingswet gaat immers gepaard met ingrijpende wijzigingen: 26 verschillende wetten worden teruggebracht naar 1 wet, 60 Algemene Maatregelen van Bestuur naar 4 maatregelen en 75 ministeriële regelingen naar 1 Omgevingsregeling. Aanvankelijk stond invoering gepland voor 2017. Dat werd achtereenvolgens 2019, 2021 en, tot voor kort, 1 juli 2022.








