In het eerste kwartaal van 2019 zijn 3,2 procent minder woningen verkocht dan een jaar eerder, blijkt uit cijfers van NVM. “Het aantal verkopen stabiliseert en we bereiken het nieuwe normaal”, stelt voorzitter Ger Jaarsma vast. Dat nieuwe normaal houdt in dat er sprake blijft van krapte op een woningmarkt die meer in evenwicht is.
Jaarsma: “Een nieuwe realiteit breekt aan”
“De prijzen van woningen stijgen nog steeds, maar minder hard dan eerst het geval was”, licht Jaarsma toe. De NVM ziet signalen voor een stabilisering van de Nederlandse woningmarkt. Zo vlakt ook de vierkante meterprijs af en worden de regionale verschillen in het land kleiner. “Al deze ontwikkelingen samen duiden op rustiger vaarwater, alhoewel de vraag naar woningen nog steeds groot is”, aldus Jaarsma. Als de eerste kwartaalcijfers een indicatie vormen voor de rest van het jaar, kunnen de NVM-makelaars verwachten in 2019 145.000 huizen te verkopen. “Daarnaast zien we ook dat voor veel kopers het plafond van wat men kan en wat men wil betalen nu bereikt is.”
Signalen voor stabilisering
Ook in het eerste kwartaal van 2019 zette de afvlakkende stijging van de transactieprijzen door. De gemiddelde verkoopprijs steeg tot 294.000 euro, 8,1 procent hoger dan hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dat hangt deels samen met het slinkende woningaanbod. Hoewel er 2,9 procent meer woningen nieuw in de verkoop gingen, lag het aantal te koop staande woningen 17 procent lager dan in het eerste kwartaal van 2018. Maar ook deze ontwikkeling zwakt af. Het aantal woningen waaruit een woningzoekende kon kiezen nam daarentegen licht toe ten opzichte van het laatste kwartaal van 2018: van 3,6 naar 3,9 woningen. Desondanks houdt de krapte op de markt aan en “bepalen verkopers grotendeels de spelregels”, aldus Jaarsma.